dinsdag 8 maart 2022

Wat een ellende daar in de Oekraïne! Lex kent het land goed, hij moest er in de jaren 90 om de haverklap, wekenlang naar toe. Projecten, gefinancierd door de Wereldbank w.b. duurzaamheid van energieopwekking voor grote centrales en industrie.
Als 'kers op de taart' zijn wij in 1995 met onze kinderen, een vriend van ons, en Lex zijn tolk naar Kiev gevlogen en van daar met de trein naar de Krim. We hebben geslapen in de trein, ik weet nog dat dat heel fijn was, een conducteur kwam s avonds je bed opmaken. De trein was vies behalve die witte lakens. Het potje van Maarten was onze veilige sanitaire voorziening. We hadden gelukkig ons eigen compartiment die we goed konden afsluiten.
Onze tolk, een vrouw van onze leeftijd, had op de Krim onderkomen geregeld, maar dat voldeed niet aan onze 'westerse wensen'. Lex kan heel goed met die lui dus er werd samen met de tolk iets anders geregeld en zo belandden we een week in een huisje van een wasvrouw van het plaatselijke sanatorium, vlakbij zee. Je moet je voorstellen dat de Krim er uit zag als zuid Frankrijk, maar dan zoiets als in de jaren 50, zonder restaurants, geen cafés of leuke winkeltjes.
Met een pan in de tas naar de markt, vlees kopen waar de minste vliegen op zaten. Groente los in je tas. Drie flessen Cava kopen en dan was de winkel leeg. De bergen in voor boter, verkrijgbaar bij een boerderij. Iedere dag verse tomaten en paprika, dat kochten we bij de buren die een tuin hadden.
“s Avonds zwemmen in zee, de algen in zee gaven licht en de sterrenhemel was adembenemend mooi.
Op het strand, zand tussen gezellig betonblokken-mikado, keken de mensen naar ons alsof we een attractie waren, blijkbaar vielen we op tussen de zwaar gebreide zwembroeken en treurige badpakken. Helemaal toen de inhoud van mijn handtas een keer over de grond rolde. Vriendelijke mensen hielpen met het verzamelen van mijn spullen en bestudeerden nieuwsgierig allerlei -voor hun onbekende, maar voor ons simpele- drogisterij artikelen. 
Op de weg terug naar Kiev viel het op dat het leek of je door Frankrijk reed en stond de trein soms lang stil bij een perron. Dan konden we fruit kopen, brood, koffie, limonade en worst. 
Zo stopte er ook een militaire trein naast ons, op weg naar Tsjetsjenië vol met soldaten (ik ging maar even wat anders doen). Lex en onze vriend knoopten een gesprek aan. De militair had een treurige blik en een heel verhaal, geen zin om oorlog te voeren. We gaven hun sigaretten en wensten hun een veilige terugkeer. If the Russians love their children too, een mooi lied van Sting, klinkt in mijn hoofd.   Sterkte mooi Oekraïne!

donderdag 13 januari 2022











Bijna kerstmis. En dan kan het maar zo gebeuren dat oude herinneringen ineens boven komen drijven. Een mens is toch gebouwd op een fundament van historie en die neemt met de jaren alleen maar toe, wat er ook gebeurt. Ik stel me dan echt zo'n huis voor met een kelder waarin je eerste jeugdherinneringen zijn opgeslagen en dan vele kamers; grote lichte kamers waar de zon naar binnen schijnt, waar mensen in en uit lopen, waar je deelt waar anderen mensen ook van kunnen genieten. Maar ook kleine donkere kamertjes waar de deur dicht blijft, waarvan je weet dat daar de minder leuke herinneringen zijn. En kleine zoete warm verlichte kamertjes waarvan de deur ook dicht blijft omdat geen mens er iets mee te maken heeft. Ieder vertrek heeft zijn functie en zijn thema.De tuin daarvan is ook zoiets. Hele mooie stukjes waarin prachtige bloemen zijn komen aanwaaien. En sterke krachtige bomen vol energie, maar ook ergens een afvalhoopje, op een klein stukje achterin waar niemand het ziet. Dat maakt een mens compleet. En dan het dak van het huis die bescherming biedt, waaronder je kunt schuilen, voor jou en je dierbaren. Waarin je je veilig voelt en waar ook andere mensen kunnen schuilen. Van waar je je zorgzame armen uit kunt strekken naar hen die alleen zijn en ondersteuning kunnen gebruiken. Zo dit was mijn kerst toespraak geloof ik, haha! Het rolt er zo maar uit.  Ik was van plan om boodschappen te doen voor de kerst maar het ijzelt. Komt dat even goed uit, kan ik mooi even schrijven. Tweede kerstdag komt de fam. Volgens Peppie en Kokkie mogen we met de kerst vier mensen uitnodigen, maar erna en ervoor twee. Ik ga zo naar de slager, daar mogen om de beurt max vier personen naar binnen, het lingeriezaakje ernaast is gesloten en daar zie ik nooit vier mensen tegelijk in de winkel, was het maar zo'n feest. In de grote drogist ernaast halen mensen kerstcadeaus. Ik ga nu. het regent nog een beetje. Maar de vorst is weg. Fijne kerstdagen! Wees lief voor elkaar, niet alleen met de kerst maar het hele nieuwe jaar.

zaterdag 10 oktober 2020


 

Jan, de man die alles designen kan en ooit een beetje mijn idool was, is zondag overgegaan naar de echt 'witte' wereld. 
Doet me denken aan 'mijn' moment met Jan.
Jaren geleden zou hij van de Boreelkazerne in Deventer een designwinkel maken, zoals hij dat al had in Naarden. Hij zou er ook een design-academie starten. De Boreel werd verbouwd, maar daar kwam de crisis en Jan kwam niet. Echter de academie kwam wel en hij gaf ter promo een gastcollege in het Saxion. Mijn vriendin wilde die opleiding graag volgen en samen zaten we uiteindelijk nieuwsgierig in de collegebanken.
Eerst hield hij een lezing die flink inspireerde, want Jan had charisma en mooie filmbeelden ter illustratie. 
Daarna was zijn college en hij gaf een opdracht: ontwerp een origineel project in een pand in Deventer, de toren aan de Welle. 
Teken een plattegrond en probeer wat sfeertekeningen te maken van je bedoeling. Daarna mochten drie mensen hun project presenteren. 
Iedereen zat een uurtje te schetsen en te ontwerpen, want ze wilden allen de opleiding volgen en natuurlijk indruk maken bij de 'master'.
De eerste twee ontwerpers toonden hun project, een horeca en een medische praktijk. Eigenlijk had iedereen zoiets.
Jan vroeg: wie heeft een origineler project? Ik stak mijn vinger op en vertelde dat ik een wellness bedacht had met zwembad en sauna. Ik mocht naar voren komen, mijn tekeningen werden onder een beamer gelegd en geprojecteerd. Ik hield mijn presentatie. Jan stond naast me te luisteren, klein mannetje, karakteristiek één hand onder een elleboog en de ander onder zijn kin en keek me aan. Even voelde ik me zweven, was ik dat echt die mijn ontwerp aan deze grote man mocht tonen?
Hij maakte zelfs complimenten: dat ik een goed ontwerp had. Iemand uit de zaal merkte op dat een zwembad helemaal niet kon in de toren aan de Welle, waarop hij zei: Hoho, alles kan, het is belangrijk om 'out of the box' te denken. "Iedere mogelijkheid is altijd in iedere ruimte te realiseren," zei hij. Hij zei ook: dat ik goede perspectieven kon tekenen en goed ruimtelijk inzicht had. Ik geloof dat ik in het dak hing van trots.
Uiteindelijk heeft mijn vriendin de opleiding gedaan en succesvol afgemaakt. Jan nooit gezien daar, behalve bij de diplomauitreiking. 
Zij is verder gegaan in interieurdesign, met veel succes. Het was een college om nooit te vergeten. Jan des Bouvrie, wat een bijzonder inspirerende man.

donderdag 31 oktober 2019



Stekkerjunk.
Beng! Klap ...over. De potten met gras uit de Intratuin vlogen door de auto. Ik zal je mijn vloekwoorden besparen maar het klonk aardig lomp voor mijn doen. En dan zo ineens zit je in een kop- en staartbotsing. Ik was de staart en twee auto's verderop de kop. Ik zag TE LAAT dat er voor mij geremd werd. Bovendien wilde ik niet te hard remmen vanwege een dikke auto vlak achter me die zich dan in mijn kofferbak zou boren.
En waarom zag ik te laat dat er geremd werd? Juist, ik zat OP MIJN TELEFOON te kijken... De file voor het stoplicht was TE saai om niet even snel een blik te werpen. En bovendien werd er langzaam gereden, dus dat kon best, vond ik... niet dus.
Ik keek naast me en ik zag politie. "Kunt u allen nog rijden? Ga dan even die zijstraat in" riep ze. 
Nadat we geparkeerd hadden, speelden de twee chauffeurs en ik even heel beleefd de rol van 'slachtofferhulp' maar toen het bleek dat we enkel materiële schade hadden en waarschijnlijk geen traumatische ervaring deelden, begonnen we braaf met ons huiswerk: het invullen van het schade formulier.
Thuis gekomen heb ik 'even Apeldoorn gebeld' en er werd later een afspraak gemaakt met het schadebedrijf die mijn koets weer zou oplappen. Dit was een maand geleden.
Dinsdag kon ik mijn auto brengen en er stond een vervangende auto klaar. "Alstublieft mevrouw, de sleutels, ik loop even met u mee, het is een elektrische auto". "O leuk" zei ik, "hoe ver kan ik daar mee rijden?" "100 km zei de man." "Huh? en wat moet ik na de 100 km?"
"Opladen!" zei hij doodleuk, maar zijn collega voegde toe: nee joh, je kan ook nog 140 km met benzine. De heren keken me wat onzeker aan. "Hoe ver moet u?"
Ik moest naar opa en nog wat andere dingen, er zou een file kunnen staan dus ik gokte: 200 km? ... of ik in een automaat kon rijden, nou dat lukte me gelukkig wel. 
"Dit hadden we even moeten overleggen misschien", mompelden de mannen. "Als het niet lukt moet u even bellen mevrouw, dan gaan we een oplossing zoeken."
Stiekem vond ik het wel spannend, ik zou wel zien met die stekkers enzo. Ik mocht achter het stuur plaats nemen in een soort cockpit en de man legde uit hoe ik moest starten, ontgrendelen en pedalen bedienen. Verder drukte, draaide en swipte hij wat heen en weer over knoppen en touchscreens, maar dat kon ik niet zo snel volgen. "Gebruiksaanwijzing ligt in het dachboard kastje!" prima joh ik kom er wel uit.
Hij wenste me veel succes en verliet de cockpit aan zijn zijde.
Het viel me op dat het doodstil was terwijl de auto 'aan' stond. Voorzichtig drukte ik het gaspedaal naar beneden en daar zoefde ik weg. Giechelend dacht ik aan enkele vriendinnen die hier stapelgek van zouden worden. Als ik het gas los liet, remde de auto. Uitrollen was geen optie. Gek gevoel, gekke auto. Gelukkig stond met koeienletters op de flanken geschreven dat de auto niet van mij was, want ik reed voor mijn gevoel in een belasting- en in een milieudelict. Iets waar de doorsnee Tesla chauffeur vast geen last van heeft geloof ik.
De volgende dag mocht ik dan verder rijden dan een ommetje. De auto rijdt echt heerlijk, zoeft smooth over het wegdek, maar al gauw zag ik mijn accu leeglopen dus kleefde ik met 90 zuinig achter een vrachtwagen. Ik kon toch makkelijk 100 km rijden? Maar al gauw ontdekte ik dat het sterk afhangt van je rijstijl. Bovendien is ie totaal niet aërodynamisch gebouwd en is ie zwaar. Op een gegeven moment was de accu bijna leeg. Ik wou dat opa een laadpaal in de straat had, want de stekker reikte niet tot zijn stopcontact en je moet een speciale verlengkabel hebben. Wat een probleem. In het dorp was ook al geen paal te vinden. Ik kan wel met benzine verder, maar dat wordt slurpen. 
Thuisgekomen heb ik hem meteen aangesloten, dat kan gelukkig hier makkelijk, maar wat moeten de mensen die in de stad wonen? Je kan niet zo maar kabels uitleggen over de straat. Er zal worden gevochten om een stopcontact bij een paal, je bent alleen nog maar bezig met het stillen van je stroomhonger! Ik ben benieuwd hoe dit opgelost wordt. Morgen mijn eigen wagentje weer terug en dan ben ik voorlopig verlost van mijn korte vervelende stroomverslaving.

maandag 30 september 2019


Leeftijd overpeinzing.

Ik was jarig, we hebben heerlijk gegeten in een restaurant en dan blik je (bij voorkeur ‘s nachts) even in stilte terug op de momenten die je leven getekend hebben, die momenten stapelen zich naar mate je ouder wordt op natuurlijk. 
Qua leeftijd zit ik gelukkig nog net in een periode die ‘in between’ lijkt te zijn en daarmee bedoel ik: vroeger toen ik klein was, was ik te jong voor bepaalde dingen en ooit komt er een periode dat ik te oud wordt, maar zo ver is het nog lang niet. 
Leeftijd is leef tijd, tijd om te leven. Maar hoe bizar is het eigenlijk om dat te tellen en te meten door middel van een optelsom van wentelingen om de zon. Want zo tellen we de jaren, door middel van wentelingen om de zon. 
Stel; er waren geen wentelingen om een zon. De leef tijd is een tijdspanne van a tot b en het tellen der jaren is een fictie. Dan is er geen tijd meer en dan is ‘tijd’ geen bestaand begrip.
Toch zal er een vorm van ontwikkeling zijn, maar die spanne krijgt een ander beschrijving. 
Ik bedoel: Sommige mensen leven intens en in hun leven gebeurt veel: verschillende relaties, werk en verschil van bezigheden. In hun leven gebeurt zo veel dat je hun leven met gemak zou kunnen uitsmeren over meerdere levens.
Er zijn ook mensen bij wie het rustiger aan toe gaat. Die leven min of meer minder bewust en/of minder intens. Hun leven ‘kabbelt’. Dat leven zou je kunnen comprimeren tot de helft of een derde van het leven van een persoon die intens leeft.
Zo kan je dus niet zeggen of iemand oud is of jong. 
Als iemand op hoog bejaarde leeftijd sterft die ‘niets’ heeft meegemaakt, kan je dan zeggen dat die persoon oud is?
Als iemand sterft die nog volop in het leven staat, en zeer intens heeft geleefd... dan was die persoon in weze ‘oud’...
Waarschijnlijk herken je personen om je heen (of jij zelf) die ergens passen in deze beschrijving, maar toch mag je mensen / jezelf er niet op beoordelen. Je kan niet zeker weten of iemand zus is of zo. 
Iemand kan ogenschijnlijk heel rustig lijken maar in stilte diepzinnig zijn. 
Iemand kan ogenschijnlijk zeer intens leven maar toch oppervlakkig zijn...dus leeftijd is een relatief begrip.

donderdag 29 augustus 2019















Spontaan gesprek met de visboer.
'Sta je alleen vandaag? Waar is je hulp' vroeg ik. 
'Die komt niet, haar schoonzus is vannacht plotseling overleden, 48 jaar, longembolie.' 
'Oh wat een drama', antwoordde ik, 'gecondoleerd!'
'Ik heb vandaag een rotdag mevrouw, ik stond om drie uur vanochtend op, mijn elektronica deed het niet, ik moest op bestelling 60 tongetjes fileren, 40 haringen schonen, maar dat lukte dus niet zonder mijn maatje. De klant werd pissig en schold tegen me. Ik kreeg het vandaag niet voor elkaar, echt, dat zijn dagen dan heb ik een hekel aan mijn werk... 
Ik zei troostend: "maar zo'n drama overstijgt toch alles..." Toen begon hij te vertellen, hij leunde over de toonbank, er stonden veel klanten maar hij nam zijn tijd: 
"mijn moeder van 86 had 16 kinderen, twee ervan zijn overleden, allebei verongelukt. Mijn ouders waren diep gelovige mensen. Op een dag belde ze me op, midden op de dag, ik was ant werk. Ze schreeuwde het uit door de telefoon: arm uit de kom. Ik liet alles vallen, klep dicht, aankoppelen en naar huis, direct met haar naar het ziekenhuis. De arts zei ga maar even op de gang, het doet nogal zeer. Waarom geef je haar geen roesje, vroeg ik. Doen we, werd gezegd. Even later mocht ik erbij en zag bloed lopen op het bed. "Sorry meneer, ze heeft een slagaderlijke bloeding gehad in haar hals." Ze hadden zo hard aan haar arm getrokken dat haar ader lek gesprongen was. Ze heeft nog drie dagen geleefd, en op haar sterfbed zei mijn moeder tegen ons: 'geloof in de heer, maar leef!' Toen blies ze haar laatste adem uit en mijn broers en ik begonnen spontaan te zingen. Terwijl we zongen zag ik haar gezicht 40 jaar jonger worden... 40 jaar mevrouw, we hebben haar witte kleren aangedaan en zo is ze begraven. Zeven jaar later zei mijn vader net voor hij stierf: 'geloof in de heer, maar leef!' tijdens de begrafenis in de kerk -wij zingen nooit in de kerk- werd spontaan gezongen door mij en mijn broers. Mevrouw sommige dingen begrijp je niet, want ik voel mijn moeder iedere dag bij me. En ze is gelukkig. gelukkiger dan ooit." Hij keek me aan met een warme glans in zijn ogen...
Inmiddels was mijn visje gebakken en nam ik afscheid, ondanks alle tegenslag en het drama, wenste ik hem een mooie dag en dankte hem voor zijn bijzondere verhaal, die ik even moest verwerken...

donderdag 2 augustus 2018













1 juli 2018 ‘Schiet nou is op! Jullie staan daar maar dom te lullen!’ krijst de rood aangelopen vrouw haar frustratie naar ons toe.
Even goedkoop tanken in Luxemburg. Voor je het weet ben je een fuik ingereden waar niemand meer uitkomt. Tig pompen op een rij en éen betaalterminal in de volle zon die gedeeld moet worden met een horde mensen. Allemaal Nederlanders die een tientje willen besparen, niet wetend dat het meer dan een uur gaat duren, omdat iemand vóor ons in de rij een typfout maakte en daarmee het hele systeem opblies. De tank was onbruikbaar. Help! Maar hulp was er niet. Één overspannen kassière die me bijna huilend mededeelde dat ze er helemaal alleen zat. Gelukkig kon ze iemand bellen, maar voor dat díe er was... We hielpen de man voor ons om nog eens dit of dat te proberen, maar het systeem bleef falen. Gelukkig konden we er om lachen omdat wij nog humor hadden en een beetje in de tank, maar van achteruit de rij kwam iemand met stoom uit de oren...